Toen Nachtblut in 2007 kwam aandraven met het debuut ‘Das Erste Abendmahl’ beschouwden we hen als het kleine broertje van Eisregen, Eisbrecher en Rammstein, maar kleine broertjes worden groot – althans toch in Duitsland – zodat Nachtblut inmiddels toe is aan het zesde studioalbum ‘Vanitas’ en het doelpubliek bereikt heeft. Dat bestaat uit een voornamelijk Duits publiek dat goedgebrachte, licht dramatische gothic/black metal apprecieert en daar zal ‘Vanitas’ geen verandering in brengen.
Ook nu levert de band op maat gesneden songs af, waarvan ‘Vanitas’ als single heavy gitaren met viool en een aanstekelijk ritme combineert. De knekelzang van Askeroth wordt afgewisseld met klare samenzang in het refrein en brede toetsenlagen ondersteunen het geheel. Folk invloeden treffen we aan in het verhalende ‘Leierkinder’, terwijl meerdere songs aanvangen met klassieke piano vooraleer los te barsten in een stampend pleidooi, waarbij de teksten steeds een sociaalkritisch tintje hebben.
Het theatrale element wordt nog aangedikt in tragere songs als ‘Das Puppenhaus’ en ‘Die Toten Vergessen Nicht’, terwijl new wave elementen opduiken in ‘Schmerz… Leid’ (gastbijdrage Chris Harms van Lord Of The Lost). Naar het einde toe kennen zowel symfonische arrangementen als het aandeel snerpende Dani Filth kreten een aanwas, maar ten allen tijde blijft het catchy en onderhoudend. Verdienstelijk in het genre.
Tracklist:
Veritas (1:02) Vanitas (6:32) Leierkinder (4:00) Das Puppenhaus (5:21) Kaltes Herz (4:30) Nur In Der Nacht (3:22) Fürchtet Was Geschrieben Steht (4:34) Schmerz Leid (4:52) Meine Grausamkeit Kennt Keine Grnezen (4:56) Gegen Die Götter (4:39) Die Toten Vergessen Nicht (7:16)
Niet alleen als frontman in Marillion schreef Fish geschiedenis, ook zijn aantal soloalbums is al omvangrijk. Elf om precies te zijn en voor zijn afscheidsalbum heeft hij met ‘Weltschmerz’ een profetische titel gekozen. Het album was enkele maanden uitgesteld vanwege de coronacrisis, maar eind september kunnen we deze parel eindelijk aanschaffen.
Het is een dubbelalbum met meer dan tachtig minuten muziek, dus duiken we er lekker in weg om de veelal melancholieke muziek in ons op te nemen. Met het prachtige titelnummer en het enorm aangrijpende ‘Garden Of Remembrance’ maakten we reeds geruime tijd geleden kennis als singles en videoclips. Maar het album vangt aan met het acht minuten durende ‘The Grace Of God’ waarin een vrij moderne sound (synths, sampler) de charismatische stem van Fish begeleidt. De verhalende stijl is heel herkenbaar, waarbij het halverwege smeuïg opsommend wordt en er ook achtergrondzang opduikt. Percussie heeft een grote rol in het bijna dartele ‘Man With A Stick’ (met keyboardsolo). Akoestische gitaren heersen in het dromerige ‘Walking On Eggshells’, maar ‘This Party’s Over’ maakt een luchtige indruk en doet ons een beetje denken aan ‘Solsbury Hill’ van Peter Gabriel. Let op de saxsolo in dit nummer. Het prijsbeest van het eerste schijfje is het vijftien minuten durende ‘Rose Of Damascus’ met een ingetogen begin. Hier merk je ten voeten uit dat Fish – zoals hij zelf zei – in de eerste plaats een schrijver is, toevallig zingt hij ook. Heel wat tekst, maar wel poëtisch en pakkend. Het nummer wordt gejaagder, werkt toe naar een climax. Er wordt orkestratie toegevoegd, maar de gesproken stukken zijn sober omlijst met soms akoestische gitaren, maar ook prachtige huilende leads. Omdat de muziek eerder kalm blijft, komt de magie van Fish’s stem volledig tot zijn recht.
Het tweede schijfje bevat naast de ontroerende pianoballade ‘Garden Of Remembrance’ de folkloristische wals ‘C Song (The Trondheim Waltz)’ welke meteen aangenaam in het gehoor ligt, twee lange songs waarin blazers – vooral sax – aardig wat opduikt tussen de verhalende teksten. ‘Little Man What Now?’ is erg triest en aangrijpend, want dat schreef Fish na de dood van zijn vader. Het zijn allemaal miniatuurverhalen en er wordt besloten met de titelsong ‘Weltschmerz’ waarin Fish zich plaatst in een wereld die zo veranderd is. Wat een rake tekst! Als dit zijn afscheidsalbum is, dan eindigt hij in schoonheid!
Tracklist:
CD 1:
Grace Of God (8:15) Man With A Stick (6:30) C Song (The Trondheim Waltz) (4:41) Walking On Eggshells (7:15) Rose Of Damascus (15:43)
CD 2:
The Party’s Over (4:23) Little Man What Now? (10:53) Garden Of Remembrance (6:04) Waverley Steps (End Of The Line) (13:48) Weltschmerz (6:45)
Musicians:
Fish: vocals, lyrics, compositions Steve Vantsis: bass, co-writer John Mitchell (It Bites, Lonely Robot): guitars Craig Blundell (Steve Hackett, Steven Wilson): drums David Jackson (ex-Van Der Graaf Generator): saxophone, flute Doris Brendel: backing vocals Robin Boult: guitars Foss Paterson: keyboards Dave Stewart: drums Mikey Owers: multi-instrumentalist Calum Malcolm: producer
Geplaatst door Vera op woensdag 14 oktober 2020 - 19:24:42
Wanneer de herfst zijn intrede doet en de dagen korter worden, brengt onze Belgische doom/death metaltrots Marche Funèbre zijn vierde studioalbum ‘Einderlicht’ uit. Zes songs geschreven tussen 2016 en 2019 zullen de van oudsher melancholieke gevoelens die met dit seizoen gepaard gaan, nog versterken.
Na het bijzonder sterke ‘In The Arms Of Darkness’ nam de band geen risico’s en toog wederom naar de Klangschmiede Studio E. om er met producer Markus Stock (Empyrium, The Vision Bleak) aan de lange songs – variërend van 7 tot 11 minuten – te werken. Het klinkt op en top vertrouwd, maar net weer anders vanwege een grotere variatie in de zangpartijen en de aanwezigheid van pittige acceleraties tussen de slepende inertie.
Een song als ‘Scarred’ vangt ingetogen aan met sierlijke gitaarnoten en cleane zang, om later los te barsten in meedogenloze grunts. Er is zelfs aanstekelijkheid te vinden in de lange epossen, want wie de strakheid van ‘The Eye Of The End’ of het rockende ‘Deformed’ (inclusief samenzang en gesproken stukken) niet bemerkt, mist connectie met het genre. Vocaal heeft men zichzelf uitgedaagd en dat wordt ook gereflecteerd in het titelnummer, waar men voor het eerst in het Nederlands zingt. Dat is altijd even wennen, maar het is een kanjer van een song. Wanneer we weten dat dit album de opmerkelijke keuze van de mens om zelfmoord te plegen belicht, dan weten we dat de band weer diep graaft in de psyche der verdorven mensheid. Met imposant resultaat!
Tracklist:
Scarred (9:54) The Eye Of The End (7:10) When All Is Said (11:23) The Maelstrom Mute ‘7:01) Deformed (9:53) Einderlicht (10:53)
Musicians:
Arne Vandenhoeck: vocals Peter Egberghs: guitars, backing vocals Kurt Blommé: guitars Boris Iolis: bass, vocals Dennis Lefebvre: drums
Geplaatst door Vera op maandag 12 oktober 2020 - 17:22:33
Daar waar Agalloch ons in het verleden ook al wist te charmeren – Portland, Oregon in de VS – opereert ook een ander inventief episch black metal gezelschap Uada (Latijns voor ‘haunted’). Eerder wisten zij bij kenners uit de underground al de aandacht te trekken met debuutalbum ‘Devoid Of Light’ (2016) en ‘Cult Of A Dying Sun’ (2018).
De melodieuze black metal van spilfiguren Jake Superchi en James Sloan is dooraderd met prachtig gitaarwerk, al blijft het fundament altijd stoer en voortvarend. Atmosferische passages zijn helder als een klaterend beekje dat zich een weg baant doorheen onmetelijke wouden. Ook al wordt deze muziek geïnspireerd door de natuur, ze heeft altijd iets groots en monumentaal dat het aardse overstijgt. Ook al waren er andere bands die soortgelijke black metal maakten, toch heeft Uada zeker een eigen sound die zich zelfs uitstrekt naar planetaire doeleinden. Soms zijn er passages die behoorlijk onaards overkomen en niet alleen geworteld zijn in de drassige ondergrond van een nachtelijk bos. Waar het stil is en deze muziek vlijmscherp door je ziel scheurt. Je voelt dan als het ware de nood aan verwantschap met de kosmos, het grotere geheel.
Een bijkomend effect is dat je tijdens de lange composities – twee ervan klokken af op veertien minuten – genoeg ruimte krijgt om je gedachten te laten afdwalen naar onbekende, maar uitnodigende oorden. Dit alles wanneer je de rauwe vocalen op prijs weet te stellen, aandacht hebt voor de soms plotse, maar steeds fraaie overgangen en de neiging voelt om je ogen te sluiten en je te laten meevoeren op een volgende bloedstollende mooie gitaarsolo van Sloan. Wie anders dan Kris Verwimp kon dit mysterieuze gezelschap voorzien van een prachtige cover om het geheel compleet te maken? Een heerlijke schijf met diepgang, robuust en knallend, maar anderzijds ook beschouwend en vertederend.
Tracklist:
Djinn (7:50) The Great Mirage (6:50) No Place Here (13:40) In The Absence Of Matter (9:49) Forestless (7:55) Between Two Worlds (13:57)
Musicians:
Jake Superchi: vocals, guitars, keyboards James Sloan: lead guitars Nate Verschoor: bass Josiah Babcock: drums
Geplaatst door Vera op zondag 11 oktober 2020 - 19:22:43