ZZ TOP - Vorst Nationaal - 25/06/2014
Tekst: Geert Ryssen
ZZ Top is een roots band die het heeft geschopt tot de status van stadionrockers. Dat ze die wortels respecteren tonen ze aan met de keuze van hun support act. De Ben Miller Band grossiert in op countryblues geënte muziek. Het zijn drie heren die graag van instrument wisselen en daarbij geen traditionele instrumenten zoals banjo, wasbord of trombone schuwen, wat hen een vleugje New Orleans aura geeft. De frontman is een potente zanger en ze weten het publiek te enthousiasmeren. De perfecte voorbereiding voor de portie ‘electric boogie’ die nog op het menu staat.
ZZ Top houden van auto’s en van hotrods en stockcars in het bijzonder. ZZ Top houden van vrouwen en van lange benen en suggestieve welvingen in het bijzonder. Plaats die ingrediënten in de context van Amerikaanse wegen, woestijnen en pompstations en je hebt de ideale ZZ top biotoop. Dat is ook wat ze projecteren op de twee schermen die achter Gibbons en Hill staan opgesteld. Wanneer ze op hun typische sloffende stijl het podium opwandelen en ‘Got Me Under Pressure’ inzetten, weten we meteen dat ze ‘het ‘ nog hebben. Even lijkt het erop dat ze op veilig gaan spelen als we het obligate ‘Waitin’ For The Bus’ en ‘Jesus Just Left Chicago’ geserveerd krijgen. Het eerste goudhaantje wordt met ‘Gimme All Your Lovin’ ook meteen meegeleverd. Het publiek hebben ze nu op hun kant en dat geeft hen de ruimte om wat minder bekend en recenter werk te brengen. Dat doen ze met verve en voor deze fan van het eerste uur wordt het nu pas echt interessant. Hun post-megahit platen, zeg maar vanaf ‘Rhythmeen ’ (1996) tot het recente ‘La Futura’ (2012), zijn immers pareltjes met pure elektronica vrije ZZ Top grooves. Uiteraard keren Gibbons, Hill en Beard na dit uitstapje terug op vertrouwd terrein met ‘Pincushion’, ‘Tube Snake Boogie’, Sharp Dressed Man’, Cheap Sunglasses’, ‘My Head’s In Mississippi’ (ze maken er ‘Brussels’ van!) , enz. Als we de discussie op de sociale media moeten geloven dan zijn de meningen over de prestaties van Frank Beard verdeeld. Beard is een drummer van de Charlie Watts school. Hij speelt een fractie achter de tel, waardoor die speciale, in dit geval lome, groove ontstaat. Gitarist/zanger Billy Gibbons staat op het podium met zijn onderkoelde humor en bemeten pasjes die gezien zijn leeftijd wat ‘gedownsized’ zijn. Voor de expliciete moves van weleer zijn subtiele bewegingen in de plaats gekomen die voor de aandachtige toeschouwer hun effect niet missen. Bassist Dusty Hill staat cool te wezen (en te wandelen) en mag even schitteren als zanger op het onvermijdelijke en nog steeds geniale ‘Tush’. We zitten nu al in de bisnummers. Als ze een tweede keer terugkomen spelen ze ‘Jailhouse Rock’, een klassieke rocker die eeuwigheidswaarde heeft gekregen dankzij de onnavolgbare versie van Elvis Presley. ZZ Top hadden dit ook al op het repertoire staan in de jaren zeventig en ze zetten het nummer dan ook verbluffend goed in tot Gibbons zich verslikt in zijn eigen solo en ze nadien het spoor een beetje bijster zijn. Een jammerlijk schoonheidsfoutje in een voor de rest onderhoudende en bij vlagen boeiende set met drie vijvenzestigers die dit wellicht enkel nog doen voor hun plezier. Met tientallen miljoenen verkochte platen en duizenden megashows op de teller zou het zonde zijn mochten ze dit nog moeten doen om den brode. Dat verklaart wellicht ook waarom ze een cover van Jimi Hendrix’ ‘Foxy Lady’ op de setlist zetten. Verandering van spijs doet eten, maar wij hadden liever nog een extra ZZ Top kraker in de plaats gekregen. Maar dat is kniezen in de rand. De voor drie kwart gevulde zaal had daar duidelijk geen last van. Gibbons vergeleek hun muziek ooit met een auto die met platte banden op een modderige weg rijdt. Wel, de banden staan nog steeds plat en de modder is nog steeds zompig. Na een rit van honderd minuten met z’n allen naar huis op ‘muddy boots’!
Aangemeld door Geert Ryssen
Geplaatst door Vera op vrijdag 04 juli 2014 - 21:08:29
Reageren is uitgeschakeld
|