|
THE TEA PARTY: The Ocean At The End
English: No less than ten years have gone by since we could feel the delight of new work from The Tea Party, the Canadian rock band with exotic flavours that earned well-deserved respect and success since the nineties, especially in their home country Canada and Australia, with seven jubilant, praised studio albums. Roughly one can speak of a band influenced by Led Zeppelin with a masterly baritone voice that resulted in manifold comparisons with Jim Morrison (The Doors). However, after ’Seven Circles’ (2004 – in Europe 2005) it became silent around the band and Jeff Martin (vocals, guitars), Stuart Chatwood (bass, keyboards) and drummer Jeff Burrows went separate ways for new challenges.
The reunion was announced in 2011 and initially it only resulted in concert tours. In 2012 we could enjoy the DVD ‘Live From Australia: The Reformation Tour 2012’. But now we have ‘The Ocean At The End’ and that is a brilliant album. The band started the writing process in the current habitat of vocalist Jeff Martin in Byron Bay, Australia and continued this creative mission in their original home base of Windsor, Ontario, Canada. Producer David Bottrill (Rush, Peter Gabriel, Tool) joined them and with ten brand new compositions, one cover and a hidden track, it means a nearly one hour trip through our beloved sound, the one that once put The Tea Party on the world music map. Most of all it is a firm rocking record that brims with joy of playing together. The electronic influences of the time of ‘Transmission’ are fortunately absent, and from start to finish a timeless, genuine vibe reigns. Mystical, bits of romanticism and above all loads of passion.
In opener ‘‘The L.o.C’ we find a conversant rocking band with the charismatic, dark brown voice of front man Jeff Martin. Guitar skills are fervent, but it is a bit psychedelic as well. The Led Zeppelin influences pop up in ‘The Black Sea’ with its undercurrent of menacing, storytelling chants. The oriental atmosphere prevails in ‘Cypher’ in which exotic instrumental layers join in and instantly awake visions of water pipes and ethnic flavours. ‘The Maker’ sounded quite familiar to me from the very outset and now I found out that it is a song from Daniel Lanois (also Canadian) and Brian Eno. The relax atmosphere reminds me of Bruce Springsteen and U2… not that odd since Lanois has produced some U2 albums at that time. ‘Black Roses’ happens to be a contemplative song with acoustic guitars at the beginning in the vein of folk-like Zeppelin, but it also includes very compelling vocal lines that create a sultry atmosphere. Then we go to ‘Brazil’ with protest on the FIFA World Cup 2014. One can hear a guest contribution of Aline Morales on percussion, adding an ethnic zest. Oriental influences reign again in ‘The 11th Hour’, as if Jim Morrison sings in Led Zeppelin. Well, we are talking about the Zep in ‘Kashmir’ of course. But the trio also rocks as hell, simple and free, not every song has to be profound. Put the seats aside during the swinging ‘Submission’ and the Elvis imitation ‘The Cass Corridor’ with harmonica, but on the other hand the latter one seems a kind of ode to MC5 too (‘Kick Out The Jams’). Yet the best still has to come. The solemn ‘Water’s On Fire’ is already an introvert taster, but with occluding track ‘The Ocean At The End’ the band really cuts loose. Not in heaviness, but in giving you goose-bumps. Ian Anderson (Jethro Tull) is guesting on flute, but it is mainly the charismatic sung sentence ‘My love is a postcard that I send’ and the incredibly magical guitar solo that shows us heaven. Here the band really surpasses itself and furthermore they put us in reveries in new age soaring things to recover from that kick during a hidden track. This is top notch class we considered lost for a long time!!!
Nederlands: Maar liefst tien jaar is het geleden dat we ons konden verlustigen in nieuw werk van The Tea Party, de Canadese rockband met exotisch tintje die vanaf de jaren negentig, vooral in thuisland Canada en Australië, hoge ogen gooide met zeven bewierookte studioalbums. Ruw genomen konden we spreken van een door Led Zeppelin beïnvloede band met een machtige baritonstem waar vergelijkingen met Jim Morrison (The Doors) schering en inslag waren. Na ’Seven Circles’ (2004 – in Europa 2005) werd het echter stil rond de band en gingen Jeff Martin (zang, gitaar), Stuart Chatwood (bas, keyboards) en drummer Jeff Burrows ieder hun eigen weg.
De reünie werd aangekondigd in 2011 en bestond aanvankelijk uit concerttournees. In 2012 konden we genieten van de DVD ‘Live From Australia: The Reformation Tour 2012’. Maar nu is er ‘The Ocean At The End’ en dat is een schitterend album geworden. De band begon het schrijfproces in de huidige habitat van Jeff Martin in Byron Bay, Australië en zette deze creatieve taak verder in hun oorspronkelijke honk in Windsor, Ontario, Canada. Producer David Bottrill (Rush, Peter Gabriel, Tool) werd erbij gehaald en met tien gloednieuwe composities, een cover en een hidden track betekent dit een bijna een uur lange trip naar het geliefde geluid waar The Tea Party wereldberoemd mee werd. Het is bovenal een stevige rockplaat waar de spelvreugde van afspat. De elektronica uit de tijd van ‘Transmission’ is gelukkig afwezig en van begin tot einde heeft dit een tijdloze, hartelijke sfeer. Mystiek, beetje romantisme en vooral vol passie.
In opener ‘The L.o.C’ vinden we een vertrouwd rockende band met de charismatische, donkerbruine stem van frontman Jeff Martin. Het gitaarwerk is vurig, maar ook een beetje psychedelisch. De Led Zeppelin invloeden komen aan bod in ‘The Black Sea’ dat een ingehouden dreiging vertoont in de verhalende zang. De oriëntaalse sfeer komt volop tot uiting in ‘Cypher’, waarbij uitheemse instrumenten hun intrede doen en meteen visioenen van waterpijpen en etnische gezangen voor je geestesoog passeren. ‘The Maker’ klonk me meteen bekend in de oren en weldra ontdekte ik dat dit een song is van Daniel Lanois (ook een Canadees) en Brian Eno. De relaxte sfeer doet me aan Bruce Springsteen en U2 denken, niet zo gek wanneer je weet dat Lanois destijds enkele U2 albums heeft geproduceerd. ‘Black Roses’ is een beschouwende song met akoestische gitaren in het begin die me weer aan een folky Zeppelin doen denken, maar ook heel meeslepende zanglijnen die een broeierige atmosfeer creëren. Dan gaan we naar ‘Brazil’ met protestaantekeningen bij de wereldcup voetbal. Je hoort een gastbijdrage van Aline Morales op percussie voor een superetnisch tintje. Oosterse invloeden heersen wederom in ‘The 11th Hour’, alsof Jim Morrison bij Led Zeppelin zingt. Ik heb het hier over de Zeppelin van ‘Kashmir’ uiteraard. Maar het trio kan ook lekker en onbekommerd rocken, het hoeft niet altijd diepzinnig te zijn. Zet de meubels maar aan de kant tijdens het swingende ‘Submission’ en de Elvis imitatie ‘The Cass Corridor’ met mondharmonica, maar dit lijkt me ook een ode aan MC5. (‘Kick Out The Jams’). Het mooiste moet echter nog komen. Het plechtige ‘Water’s On Fire’ is al een ingetogen voorsmaakje, maar met uitsmijter ‘The Ocean At The End’ gaat de band volledig loos. Niet in heftigheid, maar in je kippenvel bezorgen. Ian Anderson (Jethro Tull) is hier trouwens te horen op dwarsfluit, maar het is de charismatisch gezongen zin ‘My love is a postcard that I send’ en de ongelofelijk prachtige gitaarsolo die ons de hemel toont. Hier overtreft de band zichzelf en dan laten ze ons nog even mijmeren in new age zwevende toestanden om even te bekomen tijdens een hidden track. Wat een verloren gewaande topklasse!!!
Tracklist:
The L.o.C. (4:14) The Black Sea (3:58) Cypher (3:57) The Maker (4:10) Black Roses (5:28) Brazil (4;44) The 11th Hour (4:59) Submission (3:53) The Cass Corridor (2;40) Water’s On Fire (4:42) The Ocean At The End (8:37)
| Musicians:
Jeff Martin: vocals, guitars Stuart Chatwood: bass, keyboards Jeff Burrows: drums, percussion
|
Geplaatst door Vera op vrijdag 07 november 2014 - 11:31:07
Reageren is uitgeschakeld
|
|