Randy Pipers Animal: Een aanstekelijk virus
Tekst: Geert Ryssen
Randy Piper speelde gitaar op de eerste twee lp’s van W.A.S.P., toerde met Alice Cooper en heeft sinds enkele jaren een eigen band die Randy Piper’s Animal werd gedoopt en in 2006 een opgemerkt debuut lanceerde met ‘Violent New Breed’. De in 2008 verschenen opvolger heet ‘Virus’ en laat een gerijpte band horen. Dat de cd ook klinkt als een bel hebben we te danken aan het productiewerk van gitarist en achtergrondzanger Chris Laney die we kennen van o.a. het Zweedse sleaze gezelschap Zan Clan. Als ik Piper in Arizona opbel is het bij hem negen uur vroeger en is wellicht het onchristelijk vroege rock’n roll uur van 10.30 uur de reden dat hij moeilijk op dreef komt.
Hoe ben je ertoe gekomen om Virus in Zweden op te nemen? Wel, … de vorige plaat ‘Violent New Breed’ hebben we opgenomen door hoofdzakelijk files uit te wisselen. Er zitten namelijk drie Zweden in de groep. Chris Laney is nadien naar me toe gekomen om de zaak af te werken in de studio. Dankzij dat album hebben we de kans gehad om op het Sweden Rock Festival te spelen. We beslisten meteen om ook ons tweede album in Zweden op te nemen. We hebben in een maand tijd heel wat optredens gedaan in Zweden en Noorwegen en tegelijk het album opgenomen. Door het feit dat we in die periode veel live speelden, werd de band ook muzikaal hechter en dat was dan weer goed voor het opnameproces.
Jullie hebben opgenomen in de fameuze Polar Studios waarheel wat grootheden hun platen hebben opgenomen. Was dat een bijzondere ervaring? Ja, het was best prettig.
Waarom heb je een cover opgenomen van het bekende Cranberries nummer ‘Zombie’? (lacht) We wilden sowieso een cover opnemen en Chris Laney kwam met dit nummer aandraven, vraag me niet waarom. Toen we eraan begonnen, bleek het best mee te vallen en ik denk dat we het tot een goed einde hebben gebracht. Iedereen kent die song, of je er nu van houdt of niet.
‘Virus’ klinkt fantastisch. Vind je dat je een vooruitgang hebt gemaakt tegenover de eerste cd? Wel, wat de productie betreft zitten we op dezelfde lijn, maar deze plaat klinkt veel energieker. Het zijn allemaal up-tempo songs en geen enkele ballade.
Je besteedt ook veel aandacht aan de teksten. Kun je iets meer zeggen over de song ‘Don’t Wanna Die’? Wel, ik hou er niet van om teksten uit te leggen. Mensen moeten maar zelf uitmaken wat ze ervan vinden en wat ze er in zien. Voor mij is het … wel ik moet daar even over nadenken … stel me maar een andere vraag (lacht).
Wie schrijft eigenlijk jullie teksten? Dan ben ik, Chris en Rich (Lewis – zanger, red.). Soms is er wel eens een taalbarrière, maar we vullen elkaar aan en verbeteren elkaar. Ik weet niet hoe het komt, maar het werkt.
Kun je ermee leven als ik zeg dat ik nog steeds die stijl en sound van W.A.S.P. hoor in je muziek? Ja, maar dat is niet bewust gedaan, dat is gewoon mijn stijl en mijn manier van spelen. Ik hoor die vergelijking wel eens meer, maar voor mij is er toch een groot verschil. Als je Rich zou horen naast Blackie Lawless dan zou je merken dat ze helemaal niet op elkaar lijken. Blackie zingt veel hoger. Wat ze wel gemeen hebben is dat ze allebei rasperig kunnen zingen.
Ik hoor ook in sommige nummers een meer typisch Europese benadering in de melodieën. Is dat de invloed van de Zweden in de band? Dat zal wel. Chris is een producer en erg bedreven met backing vocals. We beïnvloeden allemaal elkaar.
Mogen we jullie verwachten voor een tour in Europa? Ik mag het hopen. We gaan zeker terug naar Scandinavië, maar ik hoop dat we ook België kunnen aandoen. Dat hangt allemaal af van de verkoop van de cd, maar de reacties tot nu toe zijn zeer positief, dus wie weet…
Oké, ‘let the music do the talking’ en schaf gewoon die ‘Virus’ cd aan, het zal je niet berouwen.
Aangemeld door Geert Ryssen
Geplaatst door Vera op woensdag 27 mei 2009 - 09:10:57
Reageren is uitgeschakeld
|